Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word dichtnaaien

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(hechten);
suture
suturi
(dik; gebonden; aaneengesloten);
🔗 Het bos werd minder dicht en de helling werd steiler.
(gesloten; toe)
closed
;
🔗 Het hek was natuurlijk weer dicht.
(compact)
compact
(neuken; wippen; een beurt geven); ;
🔗 Kom, naai me!
🔗 Maar z’n naam staat op een etiket dat z’n kleermaker in een zak van een pak van ’m genaaid heeft: Simon Templar!
(neuken; wippen)
seksumi
needlework

DutchEnglish
dichtnaaien sew up; stitch up
dicht close; compact; consistent; dense; shut; thick; to; thick‐set; tight; closed; clogged; closely; densely
naaien dressmaking; fuck; hump; poke; sew; screw; sewing; shag; stitch; do needlework