Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word dagloon

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(tot ziens)
(goedendag; goeiendag)
good day
bonan tagon
🔗 Dag meneer.
(hallo);
hi
🔗 Het duurt slechts enkele dagen.
🔗 De gemeente Rotterdam zal op warme dagen 23 tot 31 extra toezichthouders gaan inzetten op strand Nesselande.
🔗 Maar je werkt maar vier dagen.
🔗 Beertje Pip kan niet wachten tot de dag van zijn verjaardag is aangebroken.
🔗 Toen was hij klaar om de nieuwe dag te beginnen.
🔗 En welke dag is het vandaag?
(beloning; vergelding);
recompense
🔗 En hij was niet boos over het feit dat een ander zich het loon toeëigende dat hem toekwam.
(bezoldiging; gage; salaris; traktement; verdienste); ;
wages
;
🔗 Puiras nam zijn loon aan en ging zijns weegs.

DutchEnglish
dagloon daily wage; daily wages; day’s wage; day’s wages
dag bye‐bye; cheerio; day; daylight; daytime; good day; goodbye; howdy
loon earnings; hire; meed; pay; payment; recompense; reward; wages; wage; salary; screw