Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word cirkel

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Buig de uiteinden naar elkaar toe, zodat een cirkel ontstaat.
(geodeet; grootcirkel)
geodeziko
🔗 Ook kan het gewenst zijn dat grote cirkels als rechte lijnen op de kaart verschijnen.
(parallel)
parallel
turniĝi cirkle
🔗 Drie gieren cirkelden laag boven ons.
(hoekfrequentie)
angular frequency
angula frekvenco
🔗 Hoe groot is de frequentie van een wisselstroom als de cirkelfrequentie 500 rad/s bedraagt?
(circumferentie; omtrek)
(buitenkant; omtrek; periferie; rand; randgebied)
periphery
🔗 Die zee is bijna cirkelvormig.
circular saw
cirkla segilo
unit circle
unuocirklo
🔗 Definities van goniometrische verhoudingen worden bovendien met behulp van de eenheidscirkel gegeven.
crop circle
(geodeet; grote cirkel)
geodeziko
(meridiaan)
meridian

DutchEnglish
cirkel circle
aangeschreven cirkel escribed circle
vicieuze cirkel vicious circle
breedtecirkel parallel of latitude
cirkelboog arc; arc of a circle
cirkelen circle; wheel
cirkelfrequentie angular frequency
cirkelgang circular course; circle
cirkelomtrek circumference of a circle
cirkelredenering circular argument; circular reasoning
cirkelvormig orbed; circular
cirkelzaag circular saw; disc‐saw
draaicirkel lock; turning circle
lengtecirkel meridian
poolcirkel polar circle
tovercirkel magic circle