Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word brilleglas

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
;
spectacles
🔗 Hij trad achteruit en veegde hevig bewogen zijn bril schoon.
toilet seat
🔗 Binnen is een hokje met daarin een onfris uitziend toilet zonder bril.
(bril);
spectacles
;
eye‐glasses
🔗 Toen zei Bertie, die erg zorgvuldig zijn brilleglazen zat op te poetsen: „Verdraaid lastig, hoor!”
🔗 Het donkere meisje zette een paar glazen op tafel.
🔗 Misschien waren de edelstenen dus toch glas, en was de grote tovenaar alleen maar een doodgewone goochelaar, op weg naar een jaarmarkt in Kost.

DutchEnglish
brilleglas spectacle‐glass
bril barnacles; blinkers; glasses; pair of spectacles; spectacles; specs; seat; goggles
glas bell; drink; glass; shot; chimney