English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word bell

Dutch/English
English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
;
(jingle bell);
(cloche; dish‐cover)
bell pepper
(paprika; sweet pepper; pepper)
Canterbury bells
(bell‐flower)
cathedral bells
(cup‐and‐saucer vine; Mexican ivy; monastery bells)
hell’s bells
(apple of Peru; thorn‐apple; Jimson weed; devil’s snare; moonflower; devil’s trumpet; Jamestown weed; stinkweed; locoweed; devil’s cucumber)
jingle bell
(bell)		;
Lazarus bell
(snake’s head fritillary; snake’s head; fritillary)
May bells
(lily‐of‐the‐valley)
monastery bells
(cup‐and‐saucer vine; cathedral bells; Mexican ivy)
ring the bell
(give a ring; toll)		; ;
bellbind
(larger bindweed; hedge bindweed; Rutland beauty; bugle vine; heavenly trumpets; granny‐pop‐out‐of‐bed)
bell‐button
(bell‐push)
bell‐flower
(harebell; campanula)		; ;
bell‐flower
(Canterbury bells)
bell‐push
(bell‐button)
bell‐tower
(belfry)
bell‐tower
(campanile)
(squill);
wilde hyacint
(bell‐flower; harebell; campanula)
wilde hyacint
bovosonorilo
diving‐bell
doorbell
porda sonorilo
golden‐bell
(weeping forsythia)
hangend Chinees klokje
(bell‐flower; campanula);

EnglishDutch
bell⇆ bel; ⇆ bengel; ⇆ een bel aanbinden; ⇆ een bel omdoen; ⇆ glas; ⇆ klok; ⇆ klokje; ⇆ luchtbel; ⇆ paviljoen; ⇆ rinkelbel; ⇆ schel; ⇆ schreeuwen
answer the bell⇆ de deur opendoen
bear the bell⇆ de palm wegdragen; ⇆ de prijs behalen
bell beaker⇆ klokbeker
bell pepper⇆ paprika
bell the cat⇆ de kat de bel aanbinden
bicycle bell⇆ fietsbel; ⇆ rijwielbel
Canterbury bells⇆ Mariëtteklokje
carry away the bell⇆ de palm wegdragen; ⇆ de prijs behalen
cathedral bells⇆ klokwinde
church bell⇆ kerkklok; ⇆ torenklok
give the bell a ring⇆ aanbellen; ⇆ bellen
glass bell⇆ stolp
hell’s bells⇆ doornappel
Lazarus bell⇆ kievietsbloem; ⇆ kievitsbloem
May bells⇆ lelietje der dalen; ⇆ lelietje‐van‐dalen
monastery bells⇆ klokwinde
pull the bell⇆ aan de bel trekken
ring a bell⇆ bekend klinken; ⇆ ergens aan herinneren
ring the bell⇆ aanbellen; ⇆ bellen; ⇆ de klok luiden; ⇆ schellen
street‐door bell⇆ huisbel
the bell rings⇆ de bel gaat; ⇆ de bel gaat over; ⇆ er wordt gescheld
tubular bells⇆ buisklokken
bellbind⇆ haagwinde; ⇆ pispotje
bell‐bottomed⇆ met wijd uitlopende pijpen
bell‐bottoms⇆ broek met wijd uitlopende pijpen
bell‐boy⇆ chasseur; ⇆ piccolo
bell‐button⇆ belknop
bell‐flower⇆ campanula; ⇆ klokbloem; ⇆ klokje
bell‐founding⇆ klokkengieterij
bell‐glass⇆ glazen stolp; ⇆ klok; ⇆ stolp
bell‐push⇆ belknop; ⇆ belknopje
bell‐ringer⇆ klokkeluider; ⇆ klokluider
bell‐shaped⇆ klokvormig
bell‐tower⇆ belfort; ⇆ klokketoren
bluebell⇆ boshyacint; ⇆ klokje; ⇆ wilde hyacint
call‐bell⇆ alarmschel
cowbell⇆ koebel
cycle‐bell⇆ fietsbel
death‐bell⇆ doodsklok
dinner‐bell⇆ etensklok
diving‐bell⇆ duikerklok
doorbell⇆ deurbel
evening‐bell⇆ vesperklokje
fire‐bell⇆ brandklok
golden‐bell⇆ hangend Chinees klokje
hand‐bell⇆ tafelbel
harebell⇆ campanula; ⇆ grasklokje; ⇆ klokje
joy‐bells⇆ vreugdeklokken
night‐bell⇆ nachtbel
passing‐bell⇆ doodsklok; ⇆ doodsklop
table‐bell⇆ tafelbel; ⇆ tafelschel
vesper‐bell⇆ vesperklokje