Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word bewindvoerder
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(bewindhebber) | ; | |
(administrateur; beheerder; bestuurder; bewindhebber) | ||
(bewindhebber) | <person who governs> | |
(bestuur; heerschappij; regering; besturen) | ; | |
🔗 In 2018 braken er grote maatschappelijke protesten uit tegen zijn bewind, die hij met harde hand liet neerslaan. | ||
(brengen; geleiden; leiden) | ; ; | |
🔗 Waar bestaat die queeste uit die u zo ver voert? | ||
(spijzigen; te eten geven; voederen) | manĝigi | |
(dragen) | ; | |
🔗 Het bleek dat er een groot aantal vissersboten voor anker lag, die alle een klein lichtje voerden. | ||
subŝtofi | ||
(overbrengen; transporteren; vervoeren) | transport ; | |
(houden; vasthouden; huldigen) | ||
🔗 De Saint voerde nog een telefoongesprek, genoot van een goede lunch en reed dan naar de stad. |
Dutch | English |
---|---|
bewindvoerder | ⇆ administrator; ⇆ director; ⇆ official receiver; ⇆ receiver; ⇆ trustee |
bewind | ⇆ administration; ⇆ administratorship; ⇆ reign; ⇆ rule; ⇆ government |
voeren | ⇆ carry; ⇆ carry on; ⇆ conduct; ⇆ feed; ⇆ feeding; ⇆ fly; ⇆ fodder; ⇆ hold; ⇆ lead; ⇆ line; ⇆ make; ⇆ prime; ⇆ priming; ⇆ waft; ⇆ wield; ⇆ take; ⇆ convey; ⇆ bring; ⇆ bear |