Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word bevelend

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(aanvoeren; commanderen);
(gebieden; gelasten; verordenen; voorschrijven; verordonneren; ordonneren); ;
🔗 Ik beveel het, begrijp je?

DutchEnglish
bevelend commanding
bevelen bid; command; decree; enjoin; ordain; order; tell; charge; commend