Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word bevatten

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(houden; inhouden);
enteni
(behelzen; inhouden)
comprise
; ;
🔗 Het kleine huis kon niet allen bevatten.
(begrijpen; verstaan)
🔗 De geschiedenis van Tschai gaat verder terug dan men kan bevatten.
;
(beetkrijgen; opvangen; pakken; vangen; vastpakken); ; ;
grasp
🔗 Hij moet worden gevat, want hij is een gevaarlijk element.
(begrijpen; snappen; verstaan); ;
🔗 Je vat het nu wel.
(aanvatten; nemen; pakken);
(beetpakken; grijpen)
grasp
;
🔗 Zo sprekende schoof hij zijn schatten opzij, vatte de bezoeker bij de kraag en duwde hem met grote kracht naar de uitgang.

DutchEnglish
bevatten bear; carry; comprehend; comprise; conceive; contain; embody; enclose; encompass; fathom; grasp; hold; include; incorporate
vatten apprehend; apprehension; catch; get; grasp; seize; set; take; understand; see; mount