Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word beschikken

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
have available
;
have at one’s disposal
🔗 Iedereen die beschikt over het normale gebruik van zijn stem en opgegroeid is in normale omstandigheden, kan spreken.
have at one’s disposal
🔗 Maar je zou zo denken dat een heer die niets te doen heeft en die over geld beschikt, toch minstens zijn pad in orde kan houden.
(predestineren; voorbestemmen)

DutchEnglish
beschikken arrange; order
beschikken over command; dispose of; have the disposal of; have at one’s disposal; have the use of
gunstig beschikken op grant
ongunstig beschikken op refuse
voorbeschikken foredoom; predestinate; predestine; predetermine; foreordain; preordain