Information about the word voorbestemmen (Dutch → Esperanto: antaŭdestini)

Synonyms: predestineren, voorbeschikken

Part of speechverb

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) bestem voor(ik) bestemde voor
(jij) bestemt voor(jij) bestemde voor
(hij) bestemt voor(hij) bestemde voor
(wij) bestemmen voor(wij) bestemden voor
(jullie) bestemmen voor(jullie) bestemden voor
(gij) bestemt voor(gij) bestemdet voor
(zij) bestemmen voor(zij) bestemden voor
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) voorbestemme(dat ik) voorbestemde
(dat jij) voorbestemme(dat jij) voorbestemde
(dat hij) voorbestemme(dat hij) voorbestemde
(dat wij) voorbestemmen(dat wij) voorbestemden
(dat jullie) voorbestemmen(dat jullie) voorbestemden
(dat gij) voorbestemmet(dat gij) voorbestemdet
(dat zij) voorbestemmen(dat zij) voorbestemden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
bestem voorbestemt voor
Participles
Present participlePast participle
voorbestemmend, voorbestemmende(hebben) voorbestemd

Translations

Englishpredestine
Esperantoantaŭdestini
Germanvorherbestimmen
Portuguesepredestinar