Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word bekopen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(betalen; uitbetalen)
🔗 Woudiver had zijn streek met zijn leven bekocht.
(afgezet)
taken in
preztrompita
(aankopen; aanschaffen; afnemen; inkopen; overnemen; zich aanschaffen);
🔗 Ik wil hier een huis kopen.

DutchEnglish
bekopen pay dearly for
het met de dood moeten bekopen have to pay with it with one’s life
kopen acquire; buy; purchase