Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word badkamer

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Simon begaf zich naar de badkamer en keerde met een natte handdoek terug.
(badkuip)
🔗 Nou heb ik zin om in een lekker koel bad te gaan liggen.
🔗 Voor het ontbijt neem ik een bad in de oceaan.
(hartkamer; holte)
ventricle
(lokaal; vertrek)
🔗 Ze is niet op haar kamer!

DutchEnglish
badkamer bathroom
bad bath; bathe; dip; tub
kamer chamber; den; pad; room; ventricle