Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word aangewezen
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
plej taŭga | ||
🔗 Natuurlijk ben ik de aangewezen persoon. | ||
(afhangen van; afhankelijk zijn van) | depend on ; | |
🔗 Hij is dus aangewezen op dieren om de eikel verder van de boom te verplaatsen. | ||
(bestemmen) | ; designate | |
🔗 Snel wees de stuurman vier mannen aan om met hem naar beneden te gaan. | ||
(aanduiden; aangeven; beduiden; uitduiden; wijzen; wijzen op) | ; indicate ; point out | |
🔗 Hij wees twee indianen aan, die met de blanken aan een vuur zaten. |
Dutch | English |
---|---|
aangewezen | appointed; obvious |
aangewezen zijn op | depend on; depend upon |
de aangewezen man | the one to do it |
de aangewezen weg | the proper way; the proper way to do it |
op zichzelf aangewezen | out on a limb; thrown on one’s own resources; entirely dependent upon oneself |
aanwijzen | allocate; appropriate; assign; denote; designate; detail; indicate; mark out; point out; read; register; mark; show |