Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word Spijker

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(nagel);
🔗 Hij had de spijker precies op de kop geslagen.
(jeans)
jeans
🔗 De EU heeft al eerder aangekondigd Amerikaanse producten zoals spijkerbroeken, Harley Davidson‐motoren en pindakaas extra te zullen belasten.
(nagelen)
najli
🔗 Was het doodshoofd aan de tak gespijkerd met het gezicht naar de buitenkant, of met het gezicht naar de boom?
spijkerhard
(keihard)
hard as stone
malmolega
spijkervast
(nagelvast)
fixed with nails
najlofiksita

DutchEnglish
spijker nail; stud
de spijker op de kop slaan hit the nail on the head; hit the mark; hit the right nail on the head
spijkers met koppen slaan get down to brass tacks; talk turkey
spijkers op laag water zoeken try to pick holes in somebody’s coat; split hairs
afwerkspijker finishing nail
duimspijker drawing‐pin; push‐pin
haakspijker dog‐spike
kopspijker hobnail; tack
spijkerbak nail‐box
spijkerbroek blue jeans; jeans
spijkeren nail; spike
spijkergat nail‐hole
spijkerhard hard as nails
spijkerjasje denim jacket
spijkerschrift cuneiform writing; cuneiform characters
spijkerstof denim
spijkertje tack
spijkervast fixed with nails