Afrikaans–English dictionary

English translation of the Afrikaans word uitbroei

Afrikaans → English
  
AfrikaansEnglish (translated indirectly)Esperanto
hatch
🔗 Die kleintjies broei in die vroeë herfs uit.
;
🔗 Daar broei jaarliks 30.000 pare op eilande aan die kus van Nieu‐Seeland.
(van; vanuit); ;
🔗 Ruolie uit die Midde‐Ooste word in Rotterdam via ’n uitgebreide pypleidingstelsel verder Europa in vervoer.

AfrikaansEnglish
uitbroei breed; brood; concoct; hatch; hatching; incubate; whelp
broei breed; brew; brood; brooding; ferment; frowst; incubate; ruminate; sit; spawn
uit air; away; breathe; from among; from amongst; out of bounds; discourse; emit; enunciate; express; out; utter; from; lip; of; off; out of; over; pronounce; through; give voice to
uitbroeiing incubation