Informatie over het woord abbeuchen (Duits → Esperanto: lesivi)

Synoniem: waschen

Uitspraak/ˈapbɔɪçən/
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) abbeuche (ich) abbeuchte
(du) abbeuchst (du) abbeuchtest
(er) abbeucht (er) abbeuchte
(wir) abbeuchen (wir) abbeuchten
(ihr) abbeucht (ihr) abbeuchtet
(sie) abbeuchen (sie) abbeuchten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) abbeuche (ich) abbeuchte
(du) abbeuchest (du) abbeuchtest
(er) abbeuche (er) abbeuchte
(wir) abbeuchen (wir) abbeuchten
(ihr) abbeuchet (ihr) abbeuchtet
(sie) abbeuchen (sie) abbeuchten
Gebiedende wijs
(du) beuche ab
(ihr) abbeucht
abbeuchen Sie
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
abbeuchend(haben) abgebeucht

Vertalingen

Albaneeslaj
Deensvaske
Engelswash
Engels (Oudengels)wascan
Esperantolesivi
Hongaarstisz
Italiaanslavare
Nederlandsde was doen; logen; wassen
Papiamentslaba
Portugeeslavar
Russischбучить
Saterfrieswaaske
Spaanslavar
Srananwasi
Tsjechischmýt; omývat; prát; umýt; umývat; vyprat
Zweedstvätta