Informatie over het woord wegzenden (Nederlands → Esperanto: forsendi)

Synoniemen: afzenden, versturen, verzenden, wegsturen

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) zend weg(ik) zond weg
(jij) zendt weg(jij) zond weg
(hij) zendt weg(hij) zond weg
(wij) zenden weg(wij) zonden weg
(jullie) zenden weg(jullie) zonden weg
(gij) zendt weg(gij) zondt weg
(zij) zenden weg(zij) zonden weg
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) wegzende(dat ik) wegzonde
(dat jij) wegzende(dat jij) wegzonde
(dat hij) wegzende(dat hij) wegzonde
(dat wij) wegzenden(dat wij) wegzonden
(dat jullie) wegzenden(dat jullie) wegzonden
(dat gij) wegzendet(dat gij) wegzondet
(dat zij) wegzenden(dat zij) wegzonden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
zend wegzendt weg
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
wegzendend, wegzendende() weggezonden

Vertalingen

Deensafsende
Duitsabschicken; entsenden; fortschicken; wegschicken
Engelsdismiss; send away
Esperantoforsendi
Latijnablegare; amandare; relegare
Saterfriesouseende; wächseende
Spaansdespachar; despedir; enviar; expedir
Westerlauwers Friesfuortstjoere; ôfstjoere
Zweedsavskicka