Informatie over het woord schilderen (Nederlands → Esperanto: farbi)

Synoniemen: kleuren, verven

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈsxɪldərə(n)/
Afbrekingschil·de·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) schilder(ik) schilderde
(jij) schildert(jij) schilderde
(hij) schildert(hij) schilderde
(wij) schilderen(wij) schilderden
(jullie) schilderen(jullie) schilderden
(gij) schildert(gij) schilderdet
(zij) schilderen(zij) schilderden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) schildere(dat ik) schilderde
(dat jij) schildere(dat jij) schilderde
(dat hij) schildere(dat hij) schilderde
(dat wij) schilderen(dat wij) schilderden
(dat jullie) schilderen(dat jullie) schilderden
(dat gij) schilderet(dat gij) schilderdet
(dat zij) schilderen(dat zij) schilderden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
schilderschildert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
schilderend, schilderende(hebben) geschilderd

Voorbeelden van gebruik

Kent u iemand die graag zijn huis geschilderd zou zien?

Vertalingen

Afrikaansverf
Albaneeslyej
Deensfarve
Duitsstreichen; anstreichen; tünchen
Engelspaint
Esperantofarbi
Italiaanstingere
Nederduitsklören; skilderen
Papiamentsferf
Portugeescolorir; pintar
Roemeenspicta; vopsi
Schotspent
Srananferfi
Turksboyamak
Westerlauwers Friesfervje
Zweedsfärga; måla