Informatie over het woord soep (Nederlands → Esperanto: supo)

Synoniem: potage

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/sup/
Afbrekingsoep
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervoudsoepen

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
soepjesoepjes

Voorbeelden van gebruik

Wij tellen onze duiten neer voor brood en stokvis, en een ui in de soep is de grootste parel die de meesten van ons ooit te zien krijgen.
Ik zal wat water bij de soep doen, met uw goedvinden.
Hij zette het vuur onder de soep laag, ging naar zijn werkkamer en zocht Naomi’s telefoonnummer op.
Op dat moment viel zijn blik op doctorandus Zielknijper, die aan een tafeltje soep zat te eten, en hij liep haastig op hem toe.
Behalve te veel zout , bevatten de soepen ook vaak grote hoeveelheden verzadigd vet.

Vertalingen

Catalaanssopa
Deenssuppe
DuitsSuppe
Engelssoup
Esperantosupo
Faeröerssúpan
Finskeitto
Franspotage; soupe
Hongaarsleves
Italiaansminestra
Noorssuppe
Papiamentssòpi
Poolszupa
Portugeessopa
Roemeenssupă
Russischсуп
SaterfriesSoppe
Schots-Gaelischsùgh
Spaanssopa
Swahilisupu
Thaisซุป
Tsjechischpolévka
Turksçorba
Zweedssoppa