Informatie over het woord Suppe (Duits → Esperanto: supo)

Uitspraak/ˈzuːpə/
Woordsoortzelfstandig naamwoord
Geslachtvrouwelijk

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
NominatiefSuppeSuppen
GenitiefSuppeSuppen
DatiefSuppeSuppen
AccusatiefSuppeSuppen

Vertalingen

Catalaanssopa
Deenssuppe
Engelssoup
Esperantosupo
Faeröerssúpan
Finskeitto
Franspotage; soupe
Hongaarsleves
Italiaansminestra
Nederlandssoep
Noorssuppe
Papiamentssòpi
Poolszupa
Portugeessopa
Roemeenssupă
Russischсуп
SaterfriesSoppe
Schots-Gaelischsùgh
Spaanssopa
Swahilisupu
Thaisซุป
Tsjechischpolévka
Turksçorba
Zweedssoppa