Information du mot nors (néerlandais → espéranto: malafabla)

Synonymes: bars, grimmig, honds, nurks, onaardig, onvriendelijk, stuurs, zuur

Parti du discoursadjectif
Prononciation/nɔrs/
Césurenors

Exemples d’usage

Zijn norse blik rustte enige ogenblikken op het beklagenswaardige drietal en dwaalde toen af naar het schilderij, dat tussen hen in lag.

Traductions

allemandbrummig; unwirsch; unfreundlich
anglaisgruff; surly; sullen
catalandesatent; descortès; eixut; esquerp; grosser; incivil; mal educat; sorrut
danoisuvenlig
espagnolbronco; brusko
espérantomalafabla
féringienóblíður
françaisbougon; grognon; maussade; quinteux; rébarbatif
frison saterlandbrumsk
islandaisóvingjarnlegur; óvænn
italienbrusco; rude
norvégienuvennlig
polonaisnieuprzejmy
portugaisarisco; brusco; rabugento
russeугрюмый
suédoisovänlig; snäsig