Informo pri la vorto meewerken (nederlanda → esperanto: kunhelpi)

Sinonimo: meehelpen

Vortspecoverbo
Prononco/ˈmeʋɛrkə(n)/
Dividomee·wer·ken

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) werk mee(ik) werkte mee
(jij) werkt mee(jij) werkte mee
(hij) werkt mee(hij) werkte mee
(wij) werken mee(wij) werkten mee
(jullie) werken mee(jullie) werkten mee
(gij) werkt mee(gij) werktet mee
(zij) werken mee(zij) werkten mee
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) meewerke(dat ik) meewerkte
(dat jij) meewerke(dat jij) meewerkte
(dat hij) meewerke(dat hij) meewerkte
(dat wij) meewerken(dat wij) meewerkten
(dat jullie) meewerken(dat jullie) meewerkten
(dat gij) meewerket(dat gij) meewerktet
(dat zij) meewerken(dat zij) meewerkten
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
werk meewerkt mee
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
meewerkend, meewerkende(hebben) meegewerkt

Uzekzemploj

Als hij wil meewerken, kunnen we eindelijk wat van de vijand te weten komen.

Tradukoj

anglacooperate
esperantokunhelpi
germanamithelfen; mitwirken; beitragen