Informatie over het woord naakt (Nederlands → Esperanto: nuda)

Synoniemen: bloot, onbedekt

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/nakt/
Afbrekingnaakt

Verbuiging

Predicatief
AttributiefOnbepaaldManlijk en vrouwelijk enkelvoudnaakte
Onzijdig enkelvoudnaakt
Meervoudnaakte
Bepaaldnaakte
Partitiefnaakts

Voorbeelden van gebruik

Met enkele snelle bewegingen scheurde de vrouw de gewaden van haar lijf totdat zij naakt was.
Het was een reusachtige man, naakt op een lendedoek na.
Vervolgens werd ze verkracht en naakt achtergelaten tegen de boom.
Zijn vingers raakten haar naakte lichaam.
Zijn naakte voeten maakten op de spiegelgladde vloer geen enkel geluid.
En zij waren beiden naakt, Adam en zijne vrouw, en zij schaamden zich niet.

Vertalingen

Afrikaanskaal; naak
Catalaansnu
Deensnøgen
Duitsbloß; nackt
Engelsbare; naked; nude; stark
Engels (Oudengels)nacod
Esperantonuda
Faeröersnakin
Finsalaston
Fransdénudé; nu
Italiaansnudo
Papiamentssunú
Portugeesdespido; nu
Roemeensdezbrăca; dezgoli
Russischголый
Saterfriesbloot; boar; noakend
Schotsnakit
Spaansdesnudo
Sranansososkin
Thaisแก้ผ้า
Tsjechischholý; nahý; obnažený
Turksçiplak
Welsnoeth
Westerlauwers Friesbleat; neaken
Zweedsbar; naken