Informatie over het woord noorden (Nederlands → Esperanto: nordo)

Synoniem: noord

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈnoːrdə(n)/
Afbrekingnoor·den

Voorbeelden van gebruik

Toen ik verder reed naar het noorden, bereikte ik hoger gelegen grond.
Ik zou naar het noorden moeten cirkelen.
Een wind komt uit het noorden, zacht eerst, maar toenemend in kracht.
De tropische storm trekt de komende dagen weg richting het noorden, over het eiland Honsyû.

Vertalingen

Afrikaansnoord; noorde
Albaneesveri
Catalaansnord
Deensnord
DuitsNorden
Engelsnorth
Esperantonordo
Faeröersnorður
Finspohjoinen
Fransnord
Hongaarsészak
Italiaansnord
LuxemburgsNorden
Nederduitsnoorden
Noorsnord
Papiamentspa nòrt
Poolspółnoc
Portugeesnorte
Roemeensnord
Russischсевер
SaterfriesNoude
Schotsnorth
Spaansnorte
Swahilikaskazini
Thaisทิศเหนือ
Tsjechischsever
Turkskuzey
Welsgogledd
Westerlauwers Friesnoarden
Zweedsnord