Synoniemen: neutraal, onpartijdig
Woordsoort | bijvoeglijk naamwoord |
---|
Uitspraak | /ɑfˈsɛi̯dəx/ |
---|
Afbreking | af·zij·dig |
---|
Trappen van vergelijking
Stellende trap | afzijdig |
---|
Vergrotende trap | afzijdiger |
---|
Overtreffende trap | afzijdigst |
---|
Verbuiging
| Stellende trap | Vergrotende trap | Overtreffende trap |
---|
Predicatief | afzijdig | afzijdiger | (het) afzijdigst, (het) afzijdigste |
---|
Attributief | Onbepaald | Manlijk en vrouwelijk enkelvoud | afzijdige | afzijdigere | afzijdigste |
---|
Onzijdig enkelvoud | afzijdig | afzijdiger | afzijdigst |
---|
Meervoud | afzijdige | afzijdigere | afzijdigste |
---|
Bepaald | afzijdige | afzijdigere | afzijdigste |
---|
Partitief | afzijdigs | afzijdigers | |
---|