Synoniemen: misselijk, onsmakelijk, stuitend, walglijk, weerzinwekkend, wee
Woordsoort | bijvoeglijk naamwoord |
---|
Uitspraak | /ˈʋɑlɣələk/ |
---|
Afbreking | wal·ge·lijk |
---|
Trappen van vergelijking
Stellende trap | walgelijk |
---|
Vergrotende trap | walgelijker |
---|
Overtreffende trap | walgelijkst |
---|
Verbuiging
| Stellende trap | Vergrotende trap | Overtreffende trap |
---|
Predicatief | walgelijk | walgelijker | (het) walgelijkst, (het) walgelijkste |
---|
Attributief | Onbepaald | Manlijk en vrouwelijk enkelvoud | walgelijke | walgelijkere | walgelijkste |
---|
Onzijdig enkelvoud | walgelijk | walgelijker | walgelijkst |
---|
Meervoud | walgelijke | walgelijkere | walgelijkste |
---|
Bepaald | walgelijke | walgelijkere | walgelijkste |
---|
Partitief | walgelijks | walgelijkers | |
---|
Heer Cizante bijvoorbeeld zou jouw argumenten niet alleen onbegrijpelijk maar tevens walgelijk vinden.
De bittere smaak was walgelijk.
Wat is dat voor een walgelijk artikel?
De misdaden waaraan u allen schuldig bent, zijn walgelijk van aard.