Informatie over het woord ontrouw (Nederlands → Esperanto: malfideleco)

Synoniem: trouweloosheid

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈɔntrɑu̯/
Afbrekingon·trouw

Voorbeelden van gebruik

Zij verdroeg zijn "ontrouw en vergaf hem—maar ik kan wel zeggen dat zij er zich niet rustig bij neerlegde.

Vertalingen

DuitsUntreue
Engelsinfidelity
Esperantomalfideleco; malfidelo
Fransinexactitude