Informatie over het woord lelijk (Nederlands → Esperanto: malbela)

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/ˈlelək/
Afbrekingle·lijk

Trappen van vergelijking

Stellende traplelijk
Vergrotende traplelijker
Overtreffende traplelijkst

Verbuiging

 Stellende trapVergrotende trapOvertreffende trap
Predicatieflelijklelijker(het) lelijkst, (het) lelijkste
AttributiefOnbepaaldManlijk en vrouwelijk enkelvoudlelijkelelijkerelelijkste
Onzijdig enkelvoudlelijklelijkerlelijkst
Meervoudlelijkelelijkerelelijkste
Bepaaldlelijkelelijkerelelijkste
Partitieflelijkslelijkers 

Voorbeelden van gebruik

Het is maar een lelijke, oude heks.
De anderen zijn allemaal lelijker dan de priesters.

Vertalingen

Afrikaanslelik
Deensgrim
Duitshäßlich
Engelsnasty; ugly
Esperantomalbela; turpa
Faeröersljótur
Franslaid; vilain
Grieks (Oudgrieks)αἰσχρός
Hawaiaanspupuka
Hongaarscsúnya; ronda
IJslandsljótur
Jamaicaans Creoolsogli
Latijnturpis
Maleisburuk; jelek
Noorsstygg; heslig
Papiamentsfeu; mahos; mahoso
Poolsbrzydki
Portugeesfeio; hediondo
Roemeensurât
Saterfrieshässelk; lälk; oolk
Spaansfeo
Sranantakru
Thaisน่าเกลียด
Welsanhardd; hagr; hyll
Westerlauwers Frieslilk
Zweedsful