Informatie over het woord bronzen (Nederlands → Esperanto: bronzi)

Synoniemen: een bronskleur geven, met brons bedekken

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/brɔnzə(n)/
Afbrekingbron·zen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) brons(ik) bronsde
(jij) bronst(jij) bronsde
(hij) bronst(hij) bronsde
(wij) bronzen(wij) bronsden
(jullie) bronzen(jullie) bronsden
(gij) bronst(gij) bronsdet
(zij) bronzen(zij) bronsden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) bronze(dat ik) bronsde
(dat jij) bronze(dat jij) bronsde
(dat hij) bronze(dat hij) bronsde
(dat wij) bronzen(dat wij) bronsden
(dat jullie) bronzen(dat jullie) bronsden
(dat gij) bronzet(dat gij) bronsdet
(dat zij) bronzen(dat zij) bronsden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
bronsbronst
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
bronzend, bronzende(hebben) gebronsd

Vertalingen

Duitsbronzieren
Engelsbronze
Esperantobronzi
Portugeesbronzear