Informatie over het woord schreeuwen (Nederlands → Esperanto: bleki)

Synoniemen: balken, blaten, grommen, loeien

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈsxreʋə(n)/
Afbrekingschreeu·wen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) schreeuw(ik) schreeuwde
(jij) schreeuwt(jij) schreeuwde
(hij) schreeuwt(hij) schreeuwde
(wij) schreeuwen(wij) schreeuwden
(jullie) schreeuwen(jullie) schreeuwden
(gij) schreeuwt(gij) schreeuwdet
(zij) schreeuwen(zij) schreeuwden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) schreeuwe(dat ik) schreeuwde
(dat jij) schreeuwe(dat jij) schreeuwde
(dat hij) schreeuwe(dat hij) schreeuwde
(dat wij) schreeuwen(dat wij) schreeuwden
(dat jullie) schreeuwen(dat jullie) schreeuwden
(dat gij) schreeuwet(dat gij) schreeuwdet
(dat zij) schreeuwen(dat zij) schreeuwden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
schreeuwschreeuwt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
schreeuwend, schreeuwende(hebben) geschreeuwd

Vertalingen

Catalaansbramar
Duitsbrüllen; schreien
Engelsvociferate
Esperantobleki
Finsammua
Franscrier; hurler
Hongaarsbők
Portugeesbalar; berrar; bramir; gritar; grunhir; mugir; ornear; uivar
Russischмычать
Saterfriesbläärje; brulje; kwoakje; wränskje
Spaansbalar; gritar; ladrar; rebuznar
Westerlauwers Friesâlje; balte; brinzgje
Zweedsbräka; böla; råma; yla