Informatie over het woord rossig (Nederlands → Esperanto: flavruĝa)

Synoniemen: ros, geelrood

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/ˈrɔsəx/
Afbrekingros·sig

Verbuiging

Predicatief
AttributiefOnbepaaldManlijk en vrouwelijk enkelvoudrossig
Onzijdig enkelvoudrossig
Meervoudrossig
Bepaaldrossig
Partitiefrossigs

Voorbeelden van gebruik

Zijn baard was rossig.
Een forse vrouw van middelbare leeftijd met het vlakke ronde gelaat en het rossige haar dat bij de dorpsbewoners overheerste, kwam naderbij gelopen.

Vertalingen

Esperantoflavruĝa; flave ruĝa; rufa