Informatie over het woord visser (Nederlands → Esperanto: fiŝisto)

Synoniem: visverkoper

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈvɪsər/
Afbrekingvis·ser
Geslachtmanlijk
Meervoudvissers

Voorbeelden van gebruik

De vissers zien hen vaak, terwijl ze lachend in de golven stoeien.
De visser overtuigde zich ervan dat zijn mes los in de schede zat.
Wetenschappers hebben voor het eerst DNA‐monsters weten te verzamelen van een mysterieuze orka, die voorheen vooral bekend was uit verhalen van vissers.

Vertalingen

Esperantofiŝisto; fiŝkaptisto