Informatie over het woord getand (Nederlands → Esperanto: denta)

Synoniem: tand‐

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/ɣəˈtɑnt/
Afbrekingge·tand

Verbuiging

Predicatief
AttributiefOnbepaaldManlijk en vrouwelijk enkelvoudgetande
Onzijdig enkelvoudgetand
Meervoudgetande
Bepaaldgetande
Partitiefgetands

Vertalingen

Duitsgezackt; dental; Zahn‐
Engelstoothed
Esperantodenta
Portugeesdentário
Russischзубчатый
Saterfriestakked