Informatie over het woord gevogelte (Nederlands → Esperanto: birdaĵo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ɣəˈvoɣəltə/
Afbrekingge·vo·gel·te
Geslachtonzijdig

Voorbeelden van gebruik

Toen scheurde hij een dikke poot van een blad met geroosterd gevogelte en begon hongerig te eten.

Vertalingen

DuitsGeflügel
Engelsfowl; poultry
Esperantobirdaĵo
Portugeescarne de ave
SaterfriesFuggenfäi
Spaansaves; carne de ave