Informatie over het woord verbasteren (Nederlands → Esperanto: bastardiĝi)

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) verbaster(ik) verbasterde
(jij) verbastert(jij) verbasterde
(hij) verbastert(hij) verbasterde
(wij) verbasteren(wij) verbasterden
(jullie) verbasteren(jullie) verbasterden
(gij) verbastert(gij) verbasterdet
(zij) verbasteren(zij) verbasterden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) verbastere(dat ik) verbasterde
(dat jij) verbastere(dat jij) verbasterde
(dat hij) verbastere(dat hij) verbasterde
(dat wij) verbasteren(dat wij) verbasterden
(dat jullie) verbasteren(dat jullie) verbasterden
(dat gij) verbasteret(dat gij) verbasterdet
(dat zij) verbasteren(dat zij) verbasterden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
verbasterverbastert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
verbasterend, verbasterende(hebben) verbasterd

Vertalingen

Duitsbastardieren; sich kreuzen
Esperantobastardiĝi
Portugeesabastardar‐se; degenerar; entrecruzar