Informatie over het woord versperren (Nederlands → Esperanto: barikadi)

Synoniem: barricaderen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/vərˈspɛrə(n)/
Afbrekingver·sper·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) versper(ik) versperde
(jij) verspert(jij) versperde
(hij) verspert(hij) versperde
(wij) versperren(wij) versperden
(jullie) versperren(jullie) versperden
(gij) verspert(gij) versperdet
(zij) versperren(zij) versperden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) versperre(dat ik) versperde
(dat jij) versperre(dat jij) versperde
(dat hij) versperre(dat hij) versperde
(dat wij) versperren(dat wij) versperden
(dat jullie) versperren(dat jullie) versperden
(dat gij) versperret(dat gij) versperdet
(dat zij) versperren(dat zij) versperden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
versperverspert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
versperrend, versperrende(hebben) versperd

Voorbeelden van gebruik

Wij konden de uitgang niet gebruiken, die was met stenen, struiken en bomen versperd.

Vertalingen

Duitsverbarrikadieren; Sperren errichten
Engelsbarricade
Esperantobarikadi
Fransbarricader
Papiamentsbarikadiá
Portugeesbarricar
Russischбаррикадировать