Informatie over het woord veranderen (Nederlands → Esperanto: ŝanĝiĝi)

Synoniemen: kenteren, verkeren

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/vəˈrɑndərə(n)/
Afbrekingver·an·de·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) verander(ik) veranderde
(jij) verandert(jij) veranderde
(hij) verandert(hij) veranderde
(wij) veranderen(wij) veranderden
(jullie) veranderen(jullie) veranderden
(gij) verandert(gij) veranderdet
(zij) veranderen(zij) veranderden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) verandere(dat ik) veranderde
(dat jij) verandere(dat jij) veranderde
(dat hij) verandere(dat hij) veranderde
(dat wij) veranderen(dat wij) veranderden
(dat jullie) veranderen(dat jullie) veranderden
(dat gij) veranderet(dat gij) veranderdet
(dat zij) veranderen(dat zij) veranderden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
veranderverandert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
veranderend, veranderende(zijn) veranderd

Voorbeelden van gebruik

Sindsdien ben ik geheel en al veranderd.
Alle saaie balkons zouden op slag veranderen!
Toen veranderde de gelaatsuitdrukking van de herbergier.
Alles verandert nu eenmaal.
Het weer begon te veranderen.

Vertalingen

Deensforandre
Duitssich ändern; sich verändern
Engelschange; alter; convert; shift
Esperantoŝanĝiĝi
Faeröersbroytast
Franschanger; s’altérer
Italiaanscambiarsi
Luxemburgssech veränneren
Maleisubah … berubah
Papiamentskambia
Poolszmieniać się
Portugeesmodificar‐se; mudar
Spaanscombiar; cambiar
Thaisเปลี่ยน
Zweedsförvandla; ändra