Informatie over het woord verlevendigen (Nederlands → Esperanto: vigligi)

Synoniemen: animeren, opkikkeren, opmonteren

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/vərˈlevəndəɣə(n)/
Afbrekingver·le·ven·di·gen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) verlevendig(ik) verlevendigde
(jij) verlevendigt(jij) verlevendigde
(hij) verlevendigt(hij) verlevendigde
(wij) verlevendigen(wij) verlevendigden
(jullie) verlevendigen(jullie) verlevendigden
(gij) verlevendigt(gij) verlevendigdet
(zij) verlevendigen(zij) verlevendigden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) verlevendige(dat ik) verlevendigde
(dat jij) verlevendige(dat jij) verlevendigde
(dat hij) verlevendige(dat hij) verlevendigde
(dat wij) verlevendigen(dat wij) verlevendigden
(dat jullie) verlevendigen(dat jullie) verlevendigden
(dat gij) verlevendiget(dat gij) verlevendigdet
(dat zij) verlevendigen(dat zij) verlevendigden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
verlevendigverlevendigt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
verlevendigend, verlevendigende(hebben) verlevendigd

Vertalingen

Duitsaufmuntern; ermuntern
Engelsenliven
Esperantovigligi
Faeröerslíva upp
Portugeesanimar; despertar
Saterfriesapmunterje
Westerlauwers Friesoanmoedigje