Informatie over het woord gehoor (Nederlands → Esperanto: aŭdkapablo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ɣəˈɦor/
Afbrekingge·hoor
Geslachtonzijdig

Voorbeelden van gebruik

Hij had een uitstekend gehoor en ik wou dat ik dat geërfd had.

Vertalingen

Deenshørelse
DuitsGehör
Engelshearing
Esperantoaŭdkapablo
Grieksακοή