Informatie over het woord beetnemen (Nederlands → Esperanto: trompeti)

Synoniemen: smokkelen, verlakken

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈbetnemə(n)/
Afbrekingbeet·ne·men

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) neem beet(ik) nam beet
(jij) neemt beet(jij) nam beet
(hij) neemt beet(hij) nam beet
(wij) nemen beet(wij) namen beet
(jullie) nemen beet(jullie) namen beet
(gij) neemt beet(gij) naamt beet
(zij) nemen beet(zij) namen beet
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) beetneme(dat ik) beetname
(dat jij) beetneme(dat jij) beetname
(dat hij) beetneme(dat hij) beetname
(dat wij) beetnemen(dat wij) beetnamen
(dat jullie) beetnemen(dat jullie) beetnamen
(dat gij) beetnemet(dat gij) beetnamet
(dat zij) beetnemen(dat zij) beetnamen
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
neem beetneemt beet
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
beetnemend, beetnemende(hebben) beetgenomen

Vertalingen

Engelstake in
Esperantotrompeti
Spaansengañar