Informatie over het woord verslijten (Nederlands → Esperanto: triviĝi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/vərˈslɛi̯tə(n)/
Afbrekingver·slij·ten

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(hij) verslijt(hij) versleet
(zij) verslijten(zij) versleten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat hij) verslijte(dat hij) verslete
(dat zij) verslijten(dat zij) versleten
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
verslijtend, verslijtende(zijn) versleten

Vertalingen

Esperantotriviĝi