Informatie over het woord verladen (Nederlands → Esperanto: transŝarĝi)

Synoniemen: afwentelen, óverladen

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) verlaad(ik) verlaadde
(jij) verlaadt(jij) verlaadde
(hij) verlaadt(hij) verlaadde
(wij) verladen(wij) verlaadden
(jullie) verladen(jullie) verlaadden
(gij) verlaadt(gij) verlaaddet
(zij) verladen(zij) verlaadden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) verlade(dat ik) verlaadde
(dat jij) verlade(dat jij) verlaadde
(dat hij) verlade(dat hij) verlaadde
(dat wij) verladen(dat wij) verlaadden
(dat jullie) verladen(dat jullie) verlaadden
(dat gij) verladet(dat gij) verlaaddet
(dat zij) verladen(dat zij) verlaadden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
verlaadverlaadt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
verladend, verladende(hebben) verladen

Vertalingen

Engelsshift onto; trans‐ship
Esperantotransŝarĝi
Portugeestransbordar
Spaanstransbordar