Informatie over het woord doorblazen (Nederlands → Esperanto: trablovi)

Synoniemen: doorwaaien, tochten, trekken

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈdorblazə(n)/
Afbrekingdoor·bla·zen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) blaas door(ik) blies door
(jij) blaast door(jij) blies door
(hij) blaast door(hij) blies door
(wij) blazen door(wij) bliezen door
(jullie) blazen door(jullie) bliezen door
(gij) blaast door(gij) bliest door
(zij) blazen door(zij) bliezen door
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) doorblaze(dat ik) doorblieze
(dat jij) doorblaze(dat jij) doorblieze
(dat hij) doorblaze(dat hij) doorblieze
(dat wij) doorblazen(dat wij) doorbliezen
(dat jullie) doorblazen(dat jullie) doorbliezen
(dat gij) doorblazet(dat gij) doorbliezet
(dat zij) doorblazen(dat zij) doorbliezen
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
blaas doorblaast door
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
doorblazend, doorblazende(hebben) doorgeblazen

Vertalingen

Esperantotrablovi