Informatie over het woord belopen (Nederlands → Esperanto: sumiĝi je)

Synoniem: bedragen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bəˈlopə(n)/
Afbrekingbe·lo·pen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(hij) beloopt(hij) beliep
(zij) belopen(zij) beliepen
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat hij) belope(dat hij) beliepe
(dat zij) belopen(dat zij) beliepen
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
belopend, belopende(hebben) belopen

Vertalingen

Engelsamount to
Esperantosumiĝi je
Italiaansammontare a
Spaansascender a; importar
Westerlauwers Friesbedrage