Informatie over het woord bedragen (Nederlands → Esperanto: sumiĝi je)

Synoniem: belopen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bəˈdraɣə(n)/
Afbrekingbe·dra·gen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(hij) bedraagt(hij) bedroeg
(zij) bedragen(zij) bedroegen
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat hij) bedrage(dat hij) bedroege
(dat zij) bedragen(dat zij) bedroegen
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
bedragend, bedragende(hebben) bedragen

Voorbeelden van gebruik

Zijn totale bezit bedroeg 200 pond en hij had geen baan.
De winst bedraagt 13,1 miljard, gelijk aan die van vorig jaar.

Vertalingen

Engelsamount to
Esperantosumiĝi je
Italiaansammontare a
Spaansascender a; importar
Westerlauwers Friesbedrage