Informatie over het woord streven (Nederlands → Esperanto: strebi)

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) streef(ik) streefde
(jij) streeft(jij) streefde
(hij) streeft(hij) streefde
(wij) streven(wij) streefden
(jullie) streven(jullie) streefden
(gij) streeft(gij) streefdet
(zij) streven(zij) streefden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) streve(dat ik) streefde
(dat jij) streve(dat jij) streefde
(dat hij) streve(dat hij) streefde
(dat wij) streven(dat wij) streefden
(dat jullie) streven(dat jullie) streefden
(dat gij) strevet(dat gij) streefdet
(dat zij) streven(dat zij) streefden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
streefstreeft
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
strevend, strevende(hebben) gestreefd

Vertalingen

Catalaanscoresforçar‐se; maldar
Engelsstrive
Esperantostrebi
Faeröersstremba; streva; strevast
Finspyrkiä
Fransse démener; s’efforcer
Nederduitsstreaven
Poolsdążyć
Portugeesbuscar; empenhar‐se; esforçar‐se