Informatie over het woord afdrukken (Nederlands → Esperanto: stampi)

Synoniemen: aanmunten, slaan, stempelen, zijn stempel drukken op

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɑvdrɵkə(n)/
Afbrekingaf·druk·ken

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) druk af(ik) drukte af
(jij) drukt af(jij) drukte af
(hij) drukt af(hij) drukte af
(wij) drukken af(wij) drukten af
(jullie) drukken af(jullie) drukten af
(gij) drukt af(gij) druktet af
(zij) drukken af(zij) drukten af
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) afdrukke(dat ik) afdrukte
(dat jij) afdrukke(dat jij) afdrukte
(dat hij) afdrukke(dat hij) afdrukte
(dat wij) afdrukken(dat wij) afdrukten
(dat jullie) afdrukken(dat jullie) afdrukten
(dat gij) afdrukket(dat gij) afdruktet
(dat zij) afdrukken(dat zij) afdrukten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
druk afdrukt af
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
afdrukkend, afdrukkende(hebben) afgedrukt

Vertalingen

Catalaansencunyar; estampar; estampillar; timbrar
Duitsabstempeln
Engelsmark; stamp
Esperantostampi
Finsleimata
Fransestampiller
Portugeescarimbar; cunhar; estampar; ferrar; imprimir; timbrar
Saterfriesoustämpelje
Spaansacuñar; estampar en relieve; sellar; troquelar
Westerlauwers Friesôfstimpelje