Informatie over het woord galmen (Nederlands → Esperanto: sonori)

Synoniemen: aflopen, beieren, luiden, schalmen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɣɑlmə(n)/
Afbrekinggal·men

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(hij) galmt(hij) galmde
(zij) galmen(zij) galmden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat hij) galme(dat hij) galmde
(dat zij) galmen(dat zij) galmden
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
galmend, galmende(hebben) gegalmd

Vertalingen

Catalaansdringar; sonar
Duitshallen; klingen; läuten; schallen; tönen
Engelspeal; sound
Esperantosonori
Faeröersgella; glinta; ringja
Finssoida
Franssonner; tinter
Portugeessoar; vibrar
Saterfriesdunsje; klinge; läide; skalje
Westerlauwers Friesskilje; liede