Informatie over het woord loden (Nederlands → Esperanto: sondi)

Synoniemen: peilen, vademen, vissen naar

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈlodə(n)/
Afbrekinglo·den

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) lood(ik) loodde
(jij) loodt(jij) loodde
(hij) loodt(hij) loodde
(wij) loden(wij) loodden
(jullie) loden(jullie) loodden
(gij) loodt(gij) looddet
(zij) loden(zij) loodden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) lode(dat ik) loodde
(dat jij) lode(dat jij) loodde
(dat hij) lode(dat hij) loodde
(dat wij) loden(dat wij) loodden
(dat jullie) loden(dat jullie) loodden
(dat gij) lodet(dat gij) looddet
(dat zij) loden(dat zij) loodden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
loodloodt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
lodend, lodende(hebben) gelood

Voorbeelden van gebruik

Dicht bij de loodrechte ijswand loodden we 300 vaam water.

Vertalingen

Catalaansescandallar; sondar; sondejar
Duitssondieren
Engelsplumb; sound
Esperantosondi
Faeröerskanna; rannsaka; skanta; ýta
Finstutkia
Franssonder
Spaanssondar; sondear
Tsjechischsondovat
Westerlauwers Friesdjipje