Informatie over het woord bouwval (Nederlands → Esperanto: ruino)

Synoniemen: puinhoop, ravage, ruïne

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈbɑu̯vɑl/
Afbrekingbouw·val
Geslachtmanlijk
Meervoudbouwvallen

Voorbeelden van gebruik

Hij verkeerde liever in eenzaamheid in de bouwval van zijn voorvaderlijk kasteel, en welke onnatuurlijke gasten hij daar onthaalde, binnen die grimmige stenen muren, dat weet geen mens.
Het is mijn plicht om deze bouwval af te zetten.
Nu moet men weten dat alle bouwvallen in Schotland door geesten bewoond zijn.

Vertalingen

Catalaansruïna
Deensruin
DuitsRuine; Trümmer
Engelsruin; wreck
Esperantoruino
Fransruine
Papiamentsruina
Poolsruina
Portugeesruína
Roemeensruină
SaterfriesGruus; Ruine; Trummere
Spaansruina
Zweedsruin